Dankzij de uitstekende eigenschappen van de ouderrassen heeft de huidige Labradoodle een hoge mate van intuïtie, intelligentie, socialisatie, vriendelijkheid, genegenheid en gemakkelijk leren ontwikkeld. Honden van dit ras hunkeren naar participatie, vriendschappen en communicatie. Ze hebben zichzelf bewezen als geweldige honden voor gezinnen, vooral met jonge kinderen.
De term ‘labradoodle’ voor het eerst werd gebruikt in 1955 door Donald Malcom Campbell om zijn hond te beschrijven, die het resultaat was van een Labrador Retriever en een Poedel. Het was echter pas in 1988 dat de Australische fokker Wally Conron dit hybride ras onthulde, waardoor dit relatief nieuwe hondensoort formeel bekendheid kreeg.
Labradoodle populair vanwege hypoallergene wol
Het doel van Conron was om een hypoallergeen huisdier te creëren dat zou dienen als gids, assistentie- en/of therapiehond. Hij wilde een hond met de trainingsvaardigheden van de Labrador en de vacht van de Poedel. Om dit te bereiken, moest hij meer dan drie jaar onderzoek doen en experimenten uitvoeren met meer dan 30 poedels, totdat hij een geschikt exemplaar voor de kruising vond. Conron kruiste met succes de Labrador Retriever en Standard Poodle om een blindengeleidehond te creëren. Het ras groeide snel in populariteit bij Amerikaanse fokkers vanwege zijn gedrag en hypoallergene wol.
Een hybride ras met opmerkelijke variëteiten
Omdat het een hybride ras is, kunnen zowel het uiterlijk als het temperament opmerkelijk variëren. Sommige lijken meer op Poedels en andere hebben juist meer eigenschappen van de Labradors. Het hoofd is evenredig met het lichaam, de poten zijn rond, dik en behaard, hun ogen zijn donker en zacht en ze hebben een lange staart. De rest van de kenmerken, zoals de oren en de vorm van de snuit, kunnen per exemplaar aanzienlijk verschillen. De meeste Labradoodles hebben geen geur en hun haar valt niet of heel weinig af. Sommige honden met sterke Labrador-genen verharen gemakkelijk en hebben een lichte geur. Daarover kan je ook lezen op https://www.labradoodlewereld.nl/.
Verschillende varianten van de Labradoodle
Net als een Poedel heeft de Labradoodle drie varianten: standaard (groot), medium (klein) en miniatuur. De Standard Labradoodle heeft een schofthoogte van minimaal 60 cm en weegt meer dan 18 kg. Medium Labradoodles worden 40 tot 55 cm hoog en wegen 10 tot 18 kg. De Toy Labradoodles zijn 30 tot 35 cm hoog en wegen nog geen 10 kg. Vanwege de gemengde aard kunnen niet alleen het gedrag, maar ook de textuur en kleur van de vacht enorm variëren. Zo kan de wollige vachttextuur gekruld, golvend, goed gedraaid of zacht zijn, net als bij een schaap. De vachtkleur kan bruin, goud, rood, zwart of gestroomlijnd zijn.
Nog even iets over de Mini Labradoodle
De Mini Labradoodle is eigenlijk een kleinere versie van de Labradoodle. Het verschil is dat de Labradoodle in dit geval is gefokt met een grote poedel in plaats van met een miniatuurpoedel. Het zijn kleine honden met geweldige persoonlijkheden. Als je een Mini Labradoodle wil die een kenmerkende pluizige en schattige look heeft, kun je het beste op zoek gaan naar een Mini Labradoodle van meerdere generaties. Een onderscheidend kenmerk van puppy’s van meerdere generaties is hun gekrulde vacht, die er meestal erg zijdeachtig en bijna tapijtachtig uitziet. |