Artikel Depot
Image default
Aanbiedingen

Tegemoetkoming scholieren

Deze tegemoetkoming is bedoeld voor scholieren vanaf 18 jaar in voortgezet onderwijs (VO) in Nederland. De tegemoetkoming gaat in op de 1e dag van het

kwartaal na het kwartaal waarin de leerling 18 jaar is geworden en duurt maximaal t/m de maand waarin de leerling 30 jaar wordt. VO is in dit verband:

• VMBO (MAVO), HAVO, VWO (atheneum en gymnasium)

• (voortgezet) speciaal onderwijs.

• Voltijd VAVO en aangewezen onderwijs (zie einde hoofdstuk)

recht op Tegemoetkoming Scholieren (zie hierboven, Uitbestedingsregeling).

Als de scholier recht heeft op Tegemoetkoming Scholieren, ontvangt de ouder

geen Kinderbijslag meer voor dit kind.

De Tegemoetkoming Scholieren is een gift en de leerling mag onbeperkt bijverdienen.

Tegemoetkoming Scholieren

Er is geen recht op Tegemoetkoming Scholieren als de leerling kan studiefinanciering aanvragen.

• Hoe zit de Tegemoetkoming Scholieren in elkaar

De Tegemoetkoming scholieren bestaat uit:

• de basistoelage

• de tegemoetkoming in de schoolkosten, zonder boekengeld, in regulier VO

of de tegemoetkoming in de schoolkosten, met boekengeld, overig VO

(hierin is ook een tegemoetkoming voor de ziektekosten verwerkt)

• extra tegemoetkoming bij VAVO en aangewezen instellingen: tegemoetkoming in

het lesgeld.

De basistoelage is onafhankelijk van het verzamelinkomen van de ouder en

diens partner.

De (aanvullende) tegemoetkomingen zijn wel afhankelijk van het gezamenlijk

verzamelinkomen van de ouder (zie definitie hieronder) en diens partner. 

• Tegemoetkoming Scholieren-ouder en partner

Onder de “Tegemoetkoming scholieren-ouder” wordt verstaan:

• de ouder die Kinderbijslag ontving voordat het kind 18 jaar was of

• de wettelijk vertegenwoordiger.

Onder partner wordt in het schooljaar 2020/21 verstaan:

• degene met wie de Tegemoetkoming Scholieren-ouder in 2020 langer dan een

halfjaar gehuwd was en niet duurzaam gescheiden leefde of

• degene met wie de Tegemoetkoming Scholieren-ouder in 2020 langer dan een

halfjaar ongehuwd een gezamenlijke huishouding voerde.

Er wordt uitgegaan van het gezamenlijk verzamelinkomen van twee jaar geleden van de ouder en diens huidige partner.

Grootouders, ouders, broers, zusters en kinderen van de ouder zijn geen partner.

• De basistoelage